Heren, dames, van harte welkom op dit 13e lustrum, voor de tweede keer in Wageningen. Welkom in de stad, de universiteit, waar het huidige DLV Nji-Sri zich thuis voelt – en waaraan jongere RDLV leden zullen refereren wanneer zij weer eens terugkomen in de Sociëteit of op koempoelans.

We weten dat de DLV zo’n 110 jaar geleden begonnen is met de Sociëteit Nji-Sri, in Wageningen. Dit omdat ‘de kolonialen’ een sociëteit voor zichzelf wilden naast Ceres. De kolonialen gingen naar koekstad Deventer – en kwamen als tropische landbouwers, ontwikkelingssamenwerkers en agrarische handelaren in 2005 terug naar Wageningen.

Er is in die 110+ jaren veel gebeurd en studenten en reünisten gingen met de tijd mee. Drie jaar geleden, bij het 100-jarig bestaan van ons periodiek de Orang Peladang is al gememoreerd dat de OP een unieke beschrijving geeft van wat landbouwers zo bezig hield in een eeuw tijd.

Een lustrum doet ons terugkijken naar de historie van de RDLV, een reünistenvereniging die ontstaan is na het samengaan van de DLC Nji-Sri en de DLV in 1973. De RDLV, waarin opgenomen de Vereniging van Oude Corps leden, kwam er in 1975. Maar reünisten vieren al het lustrum sinds 1950, toen het nog RDLC heette. We rekenen dus al sinds jaar en dag onze lustra vanaf de eerste in 1955. 110 jaar geschiedenis, een RDLV van 65 jaar oud. Dat er nog maar vele mogen volgen!

We zijn ondertussen de Reünisten der Landbouwers Vereniging Nji-Sri. De RDLV is er voor de reünisten. Maar ook een beetje voor de schoolgaande leden, bijvoorbeeld wanneer ze verhalen uit de praktijk willen horen of een afstudeerplek zoeken. Daar is het Netwerkboek voor. Daar zijn onze koempoelans ook voor. Via de Stichting Sociëteits Fonds wordt de Sociëteit Nji-Sri mogelijk gemaakt. De RDLV stimuleert dat reünisten regelmatig bij elkaar kunnen komen, de koempoelans. Wat bijzonder sterk is aan de RDLV is dat landbouwers van verschillende tijden doorgaans heel snel goed met elkaar kunnen opschieten. Dat komt door die gezamenlijke geschiedenis, de mores, het sociëteitslied, de vereniging met haar sociëteit, die een platform zijn om de vleugels uit te slaan en ‘wat te gaan doen’. Een keer in de vijf jaar is er een super-koempoelan: het lustrum.

Ik hoop dat u vele bekende maar ook onbekende leden zult ontmoeten, vele verhalen zult vertellen en horen, en vooral goed feesten. Een geslaagd lustrum is een getuigenis van de band die ons bindt. Quis nos seperabit!

 

Slamat!

Boudewijn van Elzakker ’78 II